Kullanım Kılavuzları
Druk de gashendelvergrendeling in en controleer 0f ze teruggaat naar de oorspronkelijke positie wanneer u haar loslaat. Controleer of de gashendel en de gashendelvergrendeling vlot lopen en of hun terugspringveersystemen werken. Start de motorkettingzaag en geef vol gas. Laat de gashendel os en controleer of de ketting stopt en stil blijft staan. Als de ketting roteert wanneer de gashendel in de stationaire stand staat, moet de stationair instelling van de carburateur gecontroleerd worden. Kettingvanger Controleer of de kettingvanger niet beschadigd is en of hij vast zit in de het motorzaaghuis. Rechterhandbescherming Controleer of de rechterhandbeve'liging geen zichtbare beschadigingen vertoont, bijv. materiaalbarsten. Trillingdempingssysteem Controleer het trillingdempingselement regelmatig op materiaalbarsten en vervormingen. Controleer of het trillingdempingselement vast verankerd is tussen de motoreenheid en de handvateenheid. Stopschakelaar Start de motor en controleer 0f de motor wordt uitgeschakeld wanneer de stopschakelaar in de stopstand wordt gezet. Geluiddemper Gebruik de machine nooit wanneer de geluiddemper defect is. Controleer regelmatig 0f de geluiddemper vastzit in de machine. Let op: De vonkenvanger (A) op deze machine is vervangbaar. Een beschadigd net mag nooit worden teruggeplaatst. Bij verstopping van het net zal de machine oververhitten waardoor de zuiger en cilinder kunnen worden beschadigd. Gebruik de machine nooit als de geluiddemper in slechte staat is. Gebruik de knalpot nooit wanneer het vonkenopvangnet ontbreekt of defect is. (7) We raden aan om de geluddemper na 75 bedrijfsuren te laten vervangen door uw servicedealer (leverancier). Luchtfilter Het luchtfilter dient regelmatig te worden schoongemaakt (stof en vuil verwijderen) om de volgende problemen te vermijden: Storingen van de carburateur Moeilijkheden bij het starten Vermogensverlies Onnodige slijtage van de motoronderdelen. 1153988-26 ResL3 2012-03-09 ONDERHOUD Dutch — 155 Abnormaal hoog brandstofverbruik Het luchtfilter (3) wordt gedemonteerd nadat u het cilinderdeksel, de bout (1) en het uchtfilterdeksel (2) hebt weggehaald. Bij het weer in elkaar zetten dient u te controleren of het filter helemaal tegen de filterhouder ligt. Reinig het filter door het te schudden Ot af te borstelen. (42) Voor grondiger reinigen kunt u water en zeep gebruiken. Na een lange gebruiksperiode kan het luchtfilter niet meer worden gereinigd. Daarom moet het filter regelmatig vervangen worden. Een beschadigd luchtfilter moet altijd vervangen worden. Bougie De volgende factoren zijn van invloed op de conditie van de bougie: Een incorrecte afstelling van de carburateur. Een verkeerd oliemengsel in de brandstof (te veel of verkeerde olie). Een vuil luchtfilter. Deze factoren veroorzaken afzettingen op de elektroden van de bougie, wat tot motordefecten en startmoeilijkheden kan leiden. Wanneer de machine te weinig vermogen heeft, moeilijk start of onregelmatig onbelast draait, dient u altijd eerst de bougie te controleren voor u andere maatregelen neemt. Maak de bougie schoon als ze verstopt is en controleer 0f de afstand tussen de elektroden 0,5 mm bedraagt. De bougie moet na een maand gebruik, of eerder indien nodig, vervangen worden. (44) Let op! Gebruik steeds het correcte bougietype! Andere types kunnen de zuiger/cilinder beschadigen. Zorg ervoor dat de bougie zog. radio-ontstoring heeft. Centrifugaal reinigen "CCS" Centrifugaal reinigen houdt het volgende in: Alle lucht naar de carburateur gaat door de starter, Vuil en stof worden weggeblazen door de koelventilator. BELANGRIJK! Om de werking van de centrifugaalreiniging niet in gevaar te brengen, moet hij goed onderhouden worden. Maak de luchtinlaat van de starter, de ventilatorschoepen van het vliegwiel, de rulrnte rond het vliegwiel, de inlaatpijp en de carburateurruimte schoon.