Kullanım Kılavuzları
Hulp bij storingen Kleinere storingen kunt u zelf oplossen met behulp van het volgende overzicht. Bij twijfel neemt u contact op met de be- voegde klantenservice. A Gevaar Bij alle reinigings- en onderhoudswerk- zaamheden altijd het apparaat uitschake- len en de stekker uit het stopcontact trekken. Reparatiewerken en werken aan elektri- sche componenten mogen alleen door de daarvoor aangewezen klantendienst uitge- voerd worden. Apparaat draait niet Trek hendel van het handspuitpistool aan, het apparaat wordt ingeschakeld. Controleren of de aangegeven span- ning op het typeplaatje overeenkomt met de spanning van de stroombron. Stroomleiding op beschadiging contro- leren. Apparaat komt niet op druk Instelling aan de straalpijp controleren. Apparaat ontluchten: Apparaat zonder aangesloten hogedrukslang inschake- len en wachten (max. 2 minuten) tot wa- ter zonder bellen uit de hogedrukaansluiting komt. Apparaat uitschakelen en hogedrukslang op- nieuw aansluiten. Watertoevoer controleren. De zeef in het wateraansluitpunt er met een platte tang uittrekken en onder stro- mend water reinigen. Apparaat start niet, motor bromt Oorzaak: Spanningsdaling door zwak stroomnet of bij gebruik van een verleng- snoer. Bij het inschakelen eerst de hendel van het handspuitpistool aantrekken en dan de apparaatschakelaar op „I/ON" stel- Sterke drukschommelingen Hogedruksproeier reinigen: Verontrei- nigingen met een naald uit het gat van de sproeier verwijderen en naar voren toe uitspoelen. Watertoevoervolume controleren. Apparaat ondicht Een geringe ondichtheid van het appa- raat is technisch bepaald. Als de pomp echter erg lekt, moet contact worden opgenomen met de bevoegde klanten- service. Reinigingsmiddel wordt niet aangezo- gen Straalpijp met drukregeling (Vario Po- wer) gebruiken. Straalpijp in stand „Mix" draaien. Instelling aan de doseerregeling voor reinigingsmiddel controleren. Zuigslang voor reinigingsmiddel contro- leren op knikplaatsen. len. 56 NL-9