voren toe uitspoelen.
Watertoevoervolume controleren.
46
Hulp bij storingen
Kleinere storingen kunt u zelf oplossen met
behulp van het volgende overzicht.
Bij twijfel neemt u contact op met de bevoeg-
de klantenservice.
A Gevaar
Bij alle reinigings- en onderhoudswerkzaam-
heden altijd het apparaat uitschakelen en de
stekker uit het stopcontact trekken.
Reparatiewerken en werken aan elektrische
componenten mogen alleen door de daarvoor
aangewezen klantendienst uitgevoerd wor-
den.
Apparaat draait niet
Trek hendel van het handspuitpistool aan,
het apparaat wordt ingeschakeld.
Controleren of de aangegeven spanning
op het typeplaatje overeenkomt met de
spanning van de stroombron.
Stroomleiding op beschadiging controle-
Apparaat komt niet op druk
Instelling aan de straalpijp controleren.
Apparaat ontluchten. Apparaat zonder
aangesloten hogedrukslang inschakelen
en wachten (max. 2 minuten) tot water
zonder bellen uit de hogedrukaansluiting
komt. Apparaat uitschakelen en hoge-
drukslang opnieuw aansluiten.
Watertoevoer controleren.
De zeef in het wateraansluitpunt er met
een platte tang uittrekken en onder stro-
mend water reinigen.
Apparaat start niet, motor bromt
Oorzaak: Spanningsdaling door zwak stroom-
net 0f bij gebruik van een verlengsnoer.
Bij het inschakelen eerst de hendel van
het handspuitpistool aantrekken en dan
de apparaatschakelaar op „I/ON" stellen.
Sterke drukschommelingen
Hogedruksproeier reinigen: Verontreini-
gingen met een naald uit het gat van de
sproeier verwijderen en met water naar
NL-8
Apparaat ondicht
Een geringe ondichtheid van het apparaat
is technisch bepaald. Als de pomp echter
erg lekt, moet contact worden opgenomen
met de bevoegde klantenservice.
Reinigingsmiddel wordt niet aangezo-
gen
Straalpijp met drukregeling (Vario Power)
gebruiken.
Straalpijp in stand „Mix" draaien.
Filter aan de reinigingsmiddel-zuigslang
reinigen.
Zuigslang voor reinigingsmiddel controle-
ren op knikplaatsen.